Dissidente rechercheurs juichen onderzoek door ‘pietjes precies’ van rijksrecherche toe

De onderste steen

De rijksrecherche gaat het onderzoek van het Tolteam naar de Enschedese vuurwerkramp tegen het licht houden. Korpsbeheerder Mans en minister Donner hebben dat beslist. Hoe kijken de hoofdrolspelers aan tegen het opdraven van deze pietjes precies?

Ze zijn pertinent niet bang te worden afgebrand of neergesabeld. Sterker, de ‘dissidente’ rechercheurs Jan Paalman (49) en Charl de Roy van Zuydewijn (44) zijn blij dat de rijksrecherche het giga-onderzoek van het Tolteam natrekt. Dat gebeurt nadat korpsbeheerder J. Mans van de politie Twente, op grond van voorlopige uitkomsten van het interne onderzoek door het politiekorps Gelderland-Midden, ‘geconfronteerd werd met een aantal zaken die zijn eigen deskundigheid te boven ging’, zoals de woordvoerster van de Enschedese burgemeester het uitdrukte. Mans zelf wil er niets meer over kwijt. Na overleg met CDA-minister Donner (Justitie) werd besloten de rijksrecherche op te trommelen.

Paalman en De Roy van Zuydewijn uitten pittige kritiek op het onderzoek van het Tolteam dat de vuurwerkramp onderzocht, wel het grootste recherche-onderzoek uit de Nederlandse politiegeschiedenis genoemd. De teamleiding en hun collega’s zouden zich te zeer hebben gericht op de - toen nog - verdachte brandstichter André de V., die vorig jaar door het Gerechtshof werd vrijgesproken. Er zou te weinig oog zijn geweest voor andere verdachten, zoals klusjesman K. en de vorige eigenaar van S.E. Fireworks. Het Tolteam zou geleden hebben aan een ‘tunnelvisie’, een te eenzijdige kijk op de zaak. De raadsheren van het hof bestempelden díe kritiek als ‘een verdienste’ van Paalman en De Roy van Zuydewijn.


In de ogen van de criticasters zouden collega’s een scheve schaats hebben gereden. Er zou zijn gerommeld met cruciaal bewijs. Meest sprekende voorbeeld is het ‘carnaval met het rode broekje’, zoals De V.’s advocaat M. Moszkowicz dat plastisch omschreef. Het kledingstuk, waarop naderhand minuscule resten ontploft vuurwerk werden gevonden, zou in een koffiekamer door een brigadier op het hoofd zijn gezet en/of aangetrokken. Vooral Paalman beschreef dat tafereel; in detail en onder ede. De aangesproken diender heeft het ontkend. De V.’s sportbroek zou zo vet zijn van de dieselolie, dat-ie het niet in zijn hoofd zou halen daar lollige kunsten mee uit te halen.

Verder zou bewust ontlastend bewijs in de la zijn gehouden, stelden Paalman en De Roy van Zuydewijn. Ook was er volgens hen gerommeld met processen verbaal en meineed gepleegd. Tot op de dag van vandaag houden de Almelose rechercheurs die harde kritiek overeind.

Hun advocaat J. Peters vindt het ‘overschakelen’ van een intern onderzoek door de politie Gelderland-Midden naar de rijksrecherche nu ‘verrassend’. Waar vaderlandse agenten normaliter leden van deze dienst snel zien als Pietjes-Precies, vriendelijk uitgedrukt, juichen de twee criticasters deze stap toe.

Peters, die werkt namens de politievakbond, merkt op dat de rijksrecherche meestal opduikt bij een vermoeden van strafbare feiten door agenten. Hij wijst er op dat Paalman en De Roy van Zuydewijn niet door Gelderse agenten zijn verhoord, in het kader van het lopende interne onderzoek. ‘Ongeveer 45 andere leden van het Tolteam wel, mijn cliënten niet.’

Peters suggereert dat in die afgenomen verhoren ‘onzorgvuldigheden’ aan het licht moeten zijn gekomen. ‘Mans is misschien geschrokken van die verklaringen en op grond daarvan naar minister Donner gestapt.’

Niet helder valt te krijgen wat Mans en Donner precies heeft bewogen nu wél de rijksrecherche te laten opdraven. Het landelijk parket in Rotterdam, waaronder de dienst resulteert, en de politie Twente weigerden gisteren ieder commentaar.

Het moet haast zo zijn dat uit de afgelegde verklaringen een geur van rottigheid opstijgt, zoals Peters veronderstelt. Maar dat betekent niet dat zijn cliënten, die nog niet in het interne onderzoek aan de tand zijn gevoeld, op voorhand schone handen hebben. Het kan evengoed inhouden dat opponenten of meerderen van Paalman en De Roy van Zuydewijn zeer belastend over het tweetal hebben verklaard. Zoals over te innige contacten met Fireworks-directeur R. Bakker.

De rechercheurs vrezen niet. ‘Ze hebben niets te verbergen’, zegt hun verdediger. Peters ziet in het aanstaande rijksrechercheonderzoek juist de gelegenheid het blazoen van zijn cliënten op te poetsen. ‘Jan en Charl zijn zwaar beschadigd. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft ze neergezet als een stelletje leugenaars. Het lijkt me een goede zaak ook de rol van het OM te onderzoeken.’