Echtpaar levert bewijs in moord Dish Hotel

ARNHEM/ENSCHEDE - Denise Kavuncu (18) lag donderdag 17 juni 2004 op haar buik in een hotelbed, toen een man minutenlang haar keel dichtkneep en ze stierf. Daarvoor hadden zij meerdere keren seks, rookten ze samen en dronken ze van een blikje icetea. Na het wurgen veegde de man bloed van haar gezicht en legde haar recht in bed.

Dat scenario ontvouwden de forensische onderzoekers Richard en Selma Eikelenboom gisteren voor het Gerechtshof. Hun Independant Forensic Services (IFS) baseert zich op nieuw sporenonderzoek in de Dish Hotel-moord.

Voor deze moord is haar naar Turkije gevluchte neef Cumali A. (24), al langer de geliefde van de getrouwde Denise, in Almelo vrijgesproken. Twentse rechters vonden het overlegde bewijs, aangedragen door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en vooral gestoeld op twee drukplekken in haar nek, te mager voor een veroordeling tot de geëiste veertien jaar cel. Het OM ging in hoger beroep en schakelde IFS in. Bijzonder, omdat Richard Eikelenboom eerder het NFI verliet en zijn eigen bureau begon.

Het IFS-rapport lijkt de raadsheren te overtuigen, al blijft het onderzoek onvolledig omdat Cumali nooit is gehoord en zijn DNA niet beschikbaar is voor een match met DNA dat in kamer 1114 en op Denise is gevonden. De recherche probeerde een DNA-profiel van A.'s tandenborstel te halen; dat mislukte. Wel zat zijn vingerafdruk in de douche van de hotelkamer.

Het ziet er voor A. en raadsman Peter Plasman slechter uit, ook omdat een andere patholoog-anatoom van het NFI nu hardere conclusies trekt dan een voorganger.