Familie Wittenberg verdeeld over openen graf
DEN HAAG/DEVENTER - De broer van de in 1999 vermoorde weduwe Jaqueline Wittenberg wil om emotionele redenen niet vrijwillig meewerken aan het lichten van de steen op het graf van zijn zuster en zwager.
Andere familieleden zijn in principe wel bereid toestemming te geven, maar wachten liever het vonnis van de Haagse kort gedingrechter af.
Die spreekt zich daar op 9 november over uit.
Tot die tijd blijft het in elk geval gissen of en wat er onder de grafsteen van de Deventer weduwe ligt. Metingen duiden er op dat er een metalen voorwerp onder ligt, dat mogelijk het nooit gevonden steekwapen in de Deventer moord zou kunnen zijn. Maar het Openbaar Ministerie weigert nader onderzoek. Gisteren diende het door fiscaal-jurist Ernest Louwes aangespannen kort geding tegen het OM. Louwes, veroordeeld tot twaalf jaar voor wat in de volksmond de Deventer moord heet, wil als belanghebbende het OM via een rechterlijke uitspraak dwingen de steen toch te lichten.
Hoewel het OM nog veel bewijslast tegen hem heeft aangedragen na zijn veroordeling, blijft hij vechten om zijn onschuld aan te tonen. Daarin wordt hij gesteund door opiniepeiler Maurice de Hond, die zegt ervan overtuigd te zijn dat de klusjesman van de vermogende weduwe de moord op zijn geweten heeft. Hij zou ook degene zijn, die het eventuele moordwapen onder de steen van het toen pas gedolven graf heeft weggemoffeld. Althans, zo suggeren ooggetuigen.
Louwes raadsman mr. Geert-Jan Knoops noemde het gisteren de morele en ethische verantwoordelijkheid van het OM om nader onderzoek naar die veronderstelling te doen. Hij betichtte het OM vanwege de weigerachtige opstelling van arrogantie en van onwil. Die opstelling staat volgens Knoops haaks op de centrale vraag in het heroriënterend vooronderzoek of Louwes mogelijk ten onrechte is veroordeeld. Dat onderzoek heeft tot doel nieuwe feiten en omstandigheden in de ruimste zin van het woord nader te bezien.
Knoops: ‘Daarbij moet waarheidsvinding de ultieme doelstelling zijn. Door de weigerachtige houding heeft het OM dit mediagevoelige kort geding over zichzelf afgeroepen. ’De landsadvocaat bestreed de conclusie dat er inderdaad een metalen voorwerp onder de grafsteen zou liggen. Hij voerde aan dat het gespecialiseerde bedrijf dat het onderzoek uitvoerde, geen zekerheid geeft. De apparatuur zou ook hebben kunnen reageren op bijvoorbeeld de metalen letters op de steen, de hengels van de kist en op loden hoeksteunen van het graf.
De advocaat wees de kort gedingrechter er voorts op dat het OM om verschillende redenen geen zwaarwegende redenen aanwezig acht om de steen te lichten. Naar de mening van het OM bestaat er geen verdenking tegen de klusjesman en gaat het hier om het schenden van een graf op verzoek van iemand die al onherroepelijk is veroordeeld voor een levensdelict.