Herkansing OM in zaak-Joos

Hoger beroep tegen eerdere 'onbevredigende' vonnissen

AMSTERDAM - Ruim een jaar na haar dood begon vandaag het hoger beroep tegen acht verdachten in de zaak-Anja Joos. Het is vooral een herkansing voor het openbaar ministerie, dat bij de rechtbank een blunder beging.

De hoofdverdachte van het doodschoppen van Joos (43) kon door de manier waarop de officier de tenlastelegging had opgesteld tot anderhalf jaar cel worden veroordeeld, terwijl zeven jaar was geëist.

Het is de negentienjarige Mohamed 'Bigs' G., die heeft bekend druggebruikster Joos twee trappen in haar zij te hebben gegeven toen zij op de grond lag voor café

't Paardje op het Gerard Douplein in De Pijp. Eromheen stond een groep jongens, onder wie een paar vakkenvullers van de Dirk van den Broek op het Marie Heinekenplein, waar Joos net vandaan kwam.

Rechter Nico Schimmel vond het vonnis maatschappelijk gezien 'zeer onbevredigend', maar werd ertoe gedwongen door de handelwijze van het OM. De officier achtte G. namelijk schuldig aan doodslag, subsidiair openlijke geweldpleging, meer subsidiair zware mishandeling. Subsidiair betekent: voor het geval de rechter het eerdere niet bewezen acht.

De rechter gaat het rijtje beschuldigingen naar beneden af: is het eerste niet bewezen, dan kijkt hij naar het subsidiair ten laste gelegde en zo verder. In dit geval zat de crux hem in het feit dat op openlijke geweldpleging een lagere straf staat dan op zware mishandeling.

Toen de rechtbank in de zaak van G. doodslag niet bewezen achtte, ging zij dus het rijtje af. Zij kon vervolgens niet anders dan G. veroordelen voor het subsidiair ten laste gelegde: openlijke geweldpleging, aangezien zij dit bewezen achtte. Aan de laatste beschuldiging, de zware mishandeling, kwamen de rechters daardoor niet toe.

De straf van anderhalf jaar stond in schril contrast met die van vakkenvuller Saïd B. (18), die door een andere tenlastelegging wél voor zware mishandeling kon worden veroordeeld. Hij kreeg de straf die was geëist; drie jaar. B. zou met een stoel naar Joos hebben gegooid en volgens sommige getuigen ook hebben getrapt. Justitie verdacht ook hem van doodslag. Maar daarvan was volgens de rechtbank geen sprake, omdat het niet duidelijk was geworden wie van de twee verdachten, G. of B., de uiteindelijk dodelijke trap heeft gegeven en omdat er van opzet tot doden geen sprake was. "Geen van beide verdachten kon naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid voorzien dat Anja Joos als gevolg van in totaal drie of vier trappen zou komen te overlijden," aldus de rechtbank. "De verdachten wisten niet en konden ook niet weten dat de milt van Anja vergroot was, daardoor waarschijnlijk onder de ribbenboog uitstak en dus minder beschermd was." Aidspatiënte Joos overleed aan diepe scheuren in haar milt.

Twee verdachten werden vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Vier anderen werden veroordeeld tot straffen van negen tot twaalf maanden voor openlijke geweldpleging, hoewel zij zelf geen fysiek geweld hadden gebruikt. Zij liepen joelend mee met de groep die Joos achtervolgde toen zij vanuit de Dirk van den Broek op het Marie Heinekenplein richting het Gerard Douplein liep. De jongens dachten dat Joos een blikje bier had gestolen.

Toen dat niet zo bleek te zijn en Joos de jongens uitschold voor 'kut-Marokkanen', gooide één van hen een stoel richting Joos. Zij kreeg een schop tegen haar been en viel, waarop Bigs haar naar eigen zeggen twee keer in haar rechterzij trapte. De jongens, die op Bigs na allemaal hebben verklaard dat zij op grote afstand stonden toen het incident zich voltrok, vertrokken vervolgens; de politie vond Joos op het terras van café 't Paardje. Ze overleed later in het ziekenhuis.

Justitie is in elk geval in zeven van de acht zaken in beroep gegaan. Ook een aantal verdachten tekenden beroep aan. Het hof heeft drie dagen uitgetrokken voor de zaak. Vorige maand was al een reconstructie op het Gerard Douplein.