Rechercheurs Enschede: politie solde met bewijs

Justitie heeft geen goed weerwoord op kritiek van twee rechercheurs die de Enschedese vuurwerkramp hebben onderzocht. Knoeide de politie echt opzettelijk met bewijs? ,,Er is wat stof opgewaaid.''

ARNHEM - Twee ervaren rechercheurs beschuldigen, onder ede, de leidinggevenden in het onderzoek naar de Enschedese vuurwerkramp van misleiding en het aanzetten tot valsheid in geschrifte. En wat zegt justitie na afloop van hun getuigenverhoor voor het Arnhemse gerechtshof? ,,Er is wat stof opgewaaid.'' Een zuinige inschatting, geheel in lijn met het eerdere waardeoordeel ,,het sop is de kool niet waard''. Maar net als in februari (toen de rechercheurs tegen de wil van het openbaar ministerie toch toegelaten werden als getuige in hoger beroep) kan het gerechtshof in Arnhem de kritiek meer gewicht toekennen.

De rechercheurs J. Paalman en C. de Roy van Zuydewijn hebben met hun consistente betoog meer gedaan dan stof laten opwaaien. Er zijn vraagtekens geplaatst bij de juistheid, juridisch en recherche-technisch, van het onderzoek naar de vuurwerkramp.

De leiding van het zogeheten Tolteam en de toenmalige zaakofficier, H. Stam, waren volgens de rechercheurs enkel uit op een veroordeling van de van brandstichting verdachte André de V. en zaten niet te wachten op ontlastend materiaal.

Waarom werd anders een proces-verbaal met het bewijs dat De V. niet met een gsm-telefoon vanuit het rampgebied had gebeld, maanden uit het strafdossier gehouden? Een teamleider heeft dit volgens de rechercheurs willen verbloemen door de datum van het proces-verbaal te veranderen. En waarom kreeg een collega-rechercheur de opdracht een getuige een belastende verklaring over De V. te ontlokken?

Vragen waar advocaat-generaal A. Welschen gisteren geen duidelijk antwoord op had. Hij ontkende niet dat het proces-verbaal te laat aan de stukken is toegevoegd, maar dit ,,raakt niet de fundamenten van de rechtsgang''. De Almelose rechtbank wist ,,via een ander stuk'' dat justitie de gsm-telefoon als bewijs had laten vallen. Bovendien was er op dat moment, voorjaar 2001, al ander bewijsmateriaal tegen De V., zoals vuurwerksporen op zijn rode sportbroek.

Maar met deze sportbroek zijn volgens de 'dissidente' rechercheurs rare dingen gebeurd. Het kledingstuk is in de koffiekamer van het Tolteam van hand tot hand gegaan. ,,Hier is de brandstichter van Enschede'', riep een collega die de broek in een jolige bui zelfs had aangetrokken. Pas daarna werd de broek voor sporenonderzoek opgestuurd naar het laboratorium. De betrokken rechercheur ontkent, maar Paalman en De Roy van Zuydewijn houden vol dat het is gebeurd. Justitie gaat dit voorval nader onderzoeken.

Maar behalve twijfels over collega's en leidinggevenden riepen Paalman en De Roy van Zuydewijn, het vaste verhoorkoppel van directeur R. Bakker, ook twijfels over zichzelf op. Want wie Bakker adviseert om aangifte te doen tegen iedereen die op 13 mei 2000 op het terrein van S.E. Fireworks is geweest, geeft aan belang bij iets te hebben. De beide rechercheurs gaven dit ook eerlijk toe. ,,We wilden zo weer de aandacht vestigen op de klusjesman'', aldus De Roy van Zuydewijn.

Klusjesman K. is voor zover bekend op 13 mei 2000 als laatste op het terrein van S.E. Fireworks geweest. Paalman en De Roy hadden opdracht de gangen van K. na te gaan, maar moesten hiermee van de teamleiding stoppen nadat De V. in beeld was verschenen. Verhoren van K. werd bovendien nutteloos geacht omdat hij zich als verdachte in een meineedprocedure toch zou beroepen op zijn zwijgrecht. Een foute inschatting, volgens Paalman. ,,Hij is een man die eerst 'ik zeg niets' roept, maar je vervolgens de oren van je hoofd lult.''

De beide rechercheurs achten het, net als Bakker, denkbaar dat er kort voor de ramp vuurpijlen zijn ontstoken op het bedrijfsterrein en dat de klusjesman en Fireworks-directeur W. Pater daarbij betrokken waren. Het alibi van Pater was het laatste uur voor de ramp ,,niet dicht''. Op foto's, genomen op 13 mei 2000, is te zien dat boven de spijkerbroek van Pater een koord uitsteekt. Volgens Paalman en De Roy van Zuydewijn zou dit koord best wel eens van een rode sportbroek kunnen zijn. Paalman: ,,We zijn ontzettend gedreven in het zoeken naar het eerste vlammetje.''

De korpsleiding van de politie Twente vindt dat de gedrevenheid van de twee recheurs is doorgeslagen. De rijksrecherche is gevraagd een onderzoek in te stellen naar 'ongewenste contacten' tussen directeur Bakker en het rechercheurskoppel.