Rechercheurs trekken te snel conclusies
Justitie is helder. De kritiek van twee rechercheurs op het Tolteam-onderzoek? Zij oordelen zonder alle feiten te kennen, trekken te snelle conclusies of suggeren iets zonder het te onderbouwen. Zegt de advocaat-generaal.
Hij is stellig, advocaat-generaal A.C.M. Welschen. De AG, de aanklager in hoger beroep, stuurt korpschef P. Deelman 14 januari een brief, elf kantjes. Onderwerp: Paalman en De Roy van Zuydewijn, de kritische rechercheurs van het Tolteam. Met het oog op de waarheidsvinding in de strafzaken rond de vuurwerkramp heeft Welschen hun opvatting opnieuw bekeken. Alle kritiekpunten zijn door de AG en zijn medewerkers onderzocht. ‘Mijn uiteindelijke indruk is dat de heren Paalman en De Roy van Zuydewijn soms een oordeel geven zonder alle onderliggende feiten te kennen, soms te snel conclusies trekken uit door hen waargenomen feiten en soms slechts iets suggereren zonder die suggestie te onderbouwen.’ Welschens slotsom: nader onderzoek is overbodig, hij steunt de top van het Tolteam.
De AG bestrijdt dat het speurwerk zich toespitste op De V. Volgens hem is wel degelijk gekeken naar de rol van mede-directeur Willie Pater, familieleden en klusjesman K. Welschen stelt wel dat toen de verdenking tegen De V. ‘vaste vormen’ aannam, alleen naar hem als verdachte is gekeken. Anderen verdwenen uit beeld.
Paalman en De Roy van Zuydewijn mochten de naar Groningen uitgeweken klusjesman niet bezoeken en verhoren, erkent de AG. Het duo was het vaste verhoorkoppel van directeur Bakker, er mocht geen belangenverstrengeling ontstaan. K. werd ‘gevolgd’ door vier anderen. Paalman en De Roy van Zuydewijn zijn wel een keer ingezet om K. te ‘prikkelen’ om informatie af te luisteren. Die operatie mislukte. Dat K. zich, verdacht van meineed, beriep op zijn zwijgrecht en dat officier H. Stam daar niets tegen deed? Welschen: ‘Hij kon hiertegen ook moeilijk iets ondernemen.’
De AG verwerpt het gerucht dat personeel op 13 mei 2000 bij Fireworks werkte. ‘Uit alibi-onderzoek is niet gebleken dat, behalve klusjesman K., een van de andere medewerkers op het terrein is geweest.’
Verzwegen
Volgens de brigadiers was veel eerder helder dat De V. niet met een gsm uit het rampgebied belde. Een vrouw zou dat toestel hebben gebruikt. Dat zou zijn verzwegen omdat dan een deel van het bewijs tegen De V. zou wegvallen. Welschen pareert dat. ‘De band (met het gsm-gesprek) kon niet eerder worden uitgeluisterd doordat er (naar later bleek) een tijdsverschil van 2,49 minuten zat in de registraties van KNP en alarmnummer 112. Er waren zeer vele gesprekken geregistreerd, het was niet eerder duidelijk om welk gesprek het ging.’ De opmerking van de rechercheurs dat een proces verbaal over de gsm bewust in de la bleef, omdat het OM anders De V. ‘kwijt’ zou zijn noemt Welschen ‘apert onjuist’.
De criticasters stellen hard dat getuige S. in een verhoor onder druk is gezet, zodat deze een ‘gewenst tijdstip’ over De V.’s komst op Het Rutbeek zou noemen. Volgens Welschen kreeg een verbalisant voor het verhoor ‘sturing’ van een teamleider, omdat hij als marechausseeman geen ervaring had met verhoren in een recherche-bijstandsteam. ‘Hij had niet de opdracht personen bepaalde verklaringen te laten afleggen.’ Later zegt S. dat-ie niet onder druk is gezet. Welschen: ‘De kritiek van Paalman en De Roy van Zuydewijn komt hier zeer ongeloofwaardig over.’
Deelman deelt Welschens visie op het Tolteam. ‘Ik ben trots op dit onderzoek’, stelde de korpschef gisteren in een verklaring.