Rijksrecherche kijkt wel/niet/wel naar Tolteam en de kritische rechercheurs
In de liefde zouden ze het een knipperlicht-relatie noemen: aan-uit, aan-uit. Het onderzoek naar de vuurwerkramp van 13 mei 2000, waarbij 22 doden en duizend gewonden vielen en een Enschedese woonwijk werd weggevaagd, wordt nu alsnog nagetrokken door de rijksrecherche. De dienst, die normaliter strafbare feiten door politiedienders checkt, duikt niet voor het eerst op.
Bijna een jaar geleden, 29 januari 2003, vroeg de Twentse korpschef Piet Deelman om een onafhankelijk onderzoek door de rijksrecherche. De politiebaas vond dat het Tolteam ‘gedegen en integer’ speurwerk had afgeleverd. ‘Ik ben daar trots op.’
Omdat de ‘dissidente’ rechercheurs Paalman en De Roy van Zuydewijn, ondanks een reeks interne gesprekken, bij hun harde kritiek bleven, wilde Deelman de rijksrecherche inschakelen. Hij vroeg de Almelose hoofdofficier van justitie om zo’n onafhankelijk onderzoek. Dat is de gangbare procedure.
Maar het Openbaar Ministerie (OM) in Almelo vond dat ‘niet opportuun’, zo bleek eind mei. Meespeelde dat advocaten en verdachten zich op hun zwijgrecht konden beroepen, zodat er weinig kans was op succes, luidde de weinig overtuigende motivering.
Het OM stelde Deelman voor een intern onderzoek te laten doen naar het optreden van Paalman en De Roy van Zuydewijn. Hun kritiek ‘verhoudt zich niet met de voor het handelen van een politiefunctionaris geldende normen’, was de kritische noot waarmee het OM het verzoek van de korpschef terugschoof op het bord van de politie.
Bureau Interne Zaken van het korps Gelderland-Midden begon het onderzoek. De helft van de Tolteamleden is gehoord, volgens ingewijden niet de direct-betrokkenen en niet de teamleiding. Na een tussenbalans benaderde korpsbeheerder Mans minister Donner (Jusititie), zonder dat het OM in Almelo in beeld kwam. Het duo concludeerde dat er tóch werk aan de winkel is voor de rijksrecherche.