Schokkend, privé-informatie in dossier

Om rechters en advocaten optimaal in te lichten over opsporingsonderzoeken, stopt justitie ook gevoelige privégegevens van buitenstaanders in strafdossiers. Dat kan criminelen wel erg in de kaart spelen.

Voor autodieven is het strafdossier onder de codenaam 'Parel' een goudmijn. Ter verantwoording van het onderzoek naar de van een bankoverval verdachte Amsterdammer M. staan, pagina na pagina, tot in detail de gegevens beschreven van bezitters van Audi's in het duurdere genre. Het autotype, de kleur en het precieze adres waar de bolide is te vinden. Vergelijkbare lijsten zijn van bestelbusjes opgenomen - compleet met mededelingen over het eventuele strafblad van de eigenaar, overigens.

Fraudeurs met bankgegevens worden zo mogelijk nóg wat beter tegemoet gekomen. Hoewel uit de uitdraaien 'geen terzake dienende informatie bekend is geworden', heeft het rechercheteam toch maar de lijsten toegevoegd van klanten die kort voor de overval op 2 december 2008 hebben gepind.

Daarin zijn te lezen: naam, adres en geboortedatum van de klant, het gepinde bedrag en de diverse rekeningen en verzekeringen die de klant bij de bank heeft lopen, met rekeningnummers en de mededeling of de klant internettoegang heeft.

Uit tal van strafzaken omtrent fraude en oplichting is bekend dat criminelen azen op dergelijke informatie. "Zo was in Amsterdam een bende Nigerianen actief die naar post hengelde in brievenbussen, juist om achter de naam, het adres en het rekeningnummer van de bewoner te komen. Met die informatie wisten ze een nieuwe bankpas aan te vragen, die ze later ook weer uit de bus hengelden," herinnert advocaat Peter Plasman van verdachte M. zich. "Nu geeft justitie dergelijke informatie over toevallig passerende derden dus gewoon weg in het dossier tegen mijn cliënt."

"Dit is ook geen fout of incident. Dit soort gevoelige informatie komt tegenwoordig systematisch, standaard in de stukken. Deze week trof ik in een ander dossier de namen en fiscale nummers aan van mensen die evenmin iets met het misdrijf te maken hadden," zegt Plasman. "Wij advocaten roepen natuurlijk altijd dat we alles moeten kunnen zien wat de politie heeft onderzocht, maar érgens is het toch niet meer relevant, zou je denken. Ik ben naast advocaat ook burger, en hik er tegenaan dat dit soort informatie rondslingert."

Op verzoek van actualiteitenrubriek Nova en Het Parool heeft Corien Prins, hoogleraar recht en informatisering en tevens lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, de in het dossier gevoegde stukken over buitenstaanders bestudeerd. 'Schokkend', is haar oordeel.

"Ik denk dat wij inmiddels zoveel stappen hebben gezet in het almaar verzamelen van gegevens over mensen, dat wij als overheid eigenlijk niet meer weten wat er nou precies mee gebeurt," zegt Prins. "Het is zo vanzelfsprekend geworden dat wij informatie opvragen, en het is zo vanzelfsprekend geworden dat wij informatie verstrekken, dat we er niet meer kritisch bij stilstaan: wil ik dit verstrekken aan deze persoon?"

De vrees dat die gegevens in verkeerde handen vallen, vindt Prins terecht. "Ik hoor mensen vaak zeggen: 'Ik heb toch niks te verbergen?' Wat mij betreft is dat uitermate naïef. Dit geval laat weer zien hoeveel gegevens niet alleen terecht komen bij overheid en bedrijfsleven, maar ook bij allerlei personen van wie ik denk: daar wil ik vooral níet bekend zijn."