Wraking in liquidatieproces-Passage

AMSTERDAM - De advocaten van drie verdachten in het Amsterdamse liquidatieproces-Passage hebben de rechtbank dinsdag gewraakt. Het wrakingsverzoek komt voort uit onvrede van de raadslieden met een beslissing van de rechtbank van maandag.

Die beslissing kwam erop neer dat de rechtbank het niet nodig vond om onderzoeksdossiers van drie onderwereldmoorden aan het dossier-Passage toe te voegen, zoals de advocaten hadden verzocht. Die dossiers gaan over vooralsnog onopgeloste liquidaties, waaronder die van Heinekenontvoerder Cor van Hout in januari 2003.

De aanklacht tegen vier verdachten in het proces behelst naast een aantal individuele liquidaties ook deelname aan een criminele organisatie, van 2001 tot 2008. De onopgeloste zaken hebben in de eerste drie jaar van die periode plaatsgevonden. Kroongetuige Peter la S. heeft ook over die zaken verklaard. De advocaten willen zijn verklaringen kunnen toetsten aan de hand van die dossiers.

De advocaten Van der Werf, Meijering, Janssen en Waarts vinden dat de rechtbank de indruk wekt al een oordeel klaar te hebben over de betrouwbaarheid van de kroongetuige, door de mogelijkheid tot controle van diens verklaringen te laten liggen. Dat is een grond voor wraking.

Heleen Bos, de advocate van Fred R., sloot zich niet aan bij het verzoek.

Dinsdagmiddag om 15.00 uur treedt de zogeheten wrakingskamer van de rechtbank aan om het wrakingsverzoek van de advocaten aan te horen en erover de te beslissen. Als het verzoek wordt toegewezen, moet een andere rechtbank worden aangewezen voor het proces.

De vier verdachten (Jesse R., Sjaak B., Ali A. en Fred R.) worden ervan verdacht dat zij sleutelrollen hebben vervuld in een organisatie die het voorbereiden, uitlokken en (laten) plegen van liquidaties tot oogmerk had. Dino S. zou een van de leiders zijn geweest van die organisatie. Hij is voortvluchtig.